Vandaag, 19 juli, heerlijke kilometers gemaakt. De dag begon met mini regendruppels die rond koffietijd overgingen in megadruppels. Even schuilen bij de Esso en toen weer verder. Bijna 80 kilometer gereden met zon en de wind in de rug.
Het kamperen doen we vanavond in een eenvoudige hut. Qua faciliteiten wil dat zeggen: stroom. Het water mag je zelf halen in een jerrycan of je eigen bidon. Er zit een twee pits kookplaatje in, waarop we weer een overheerlijke maaltijdsoep bereiden. Nee, geen stokvis. Daarvoor moet je in Deventer zijn (Stokvissengat) … Ard vroeg ook of de Noren een beetje uit hun dak gaan omdat het zomer is. Wat ons opvalt is dat het ingetogen mensen zijn die niet 1 2 3 vanuit zichzelf op je afstappen. Zelfs onderweg begroeten doen zij niet of nauwelijks vergeleken met NL-ers. Als je hun iets vraagt of zelf toenadering zoekt, dan krijg je wel contact.
Okay, één Noor ging wel uit zijn dak. Dat was op de derde avond en we hebben er nog niet over geschreven. Jan-Willem had die dag zijn off-day na een zware dag fietsen. Tent opgezet. Boodschappen gedaan. Bij de tent wat nootjes en bier genuttigd. Toen schalde er uit een dikke Four Wheel Drive muziek. Deuren open. Lekker country. Bij de overburen. Ergernis bij ons. We wilden rust. In het kader van ‘wees assertief’, vroeg Jan-Willem vriendelijk of de muziek zachter kon. We wilden rust. De man kon geen Engels, de vrouw verstond het wel. De muziek ging iets zachter, maar echt van harte ging het niet. De Noor keek ons vanachter zijn caravan aan. Hoofschuddend. De sfeer verhardde een uur later toen hij onafgebroken, flink bier drinkend, zichzelf zat op te vreten terwijl hij ons een uur lang indringend aankeek. Alleen Jan-Willem dan. Dat was de boosdoener. Hoe durft een buitenlander iets tegen een originele inwoner te zeggen? Althans dat gevoel bekroop ons. Jan-Willem ging douchen en liep via hen even langs om oprecht vriendelijk te bedanken voor de medewerking. Het enige wat de man zei was: “Piss off, piss off!” We hadden ons vergist. Hij kon wel Engels. Enfin, de tent werd ’s nachts niet aan flarden getrokken en de banden zaten de volgende dag ook nog met lucht. Toen hij nog sliep, stapten we zachtjes en vroeg op de fiets.
Dan de dag van morgen. We willen vroeg op de fiets zitten. In Risør willen we nog met de pont mee en die gaat maar vier keer per dag. Hopelijk kunnen we morgen ons tentje opslaan. Dat is op deze camping onmogelijk. Het grasveld is door en door nat. Gelukkig hebben we voor een hut gekozen.
Er komt vast nog een funniest home video aan hoor Jeroen, Alie en Jan! De camera is geen onderwatercamera, vandaar dat ie even in de tas bleef... :-)